Kattenkrabbels


Onderdelen van deze pagina hebben betrekking op verschillende onderwerpen, niet alleen over gedrag, maar ook over handige/informatieve linkjes, boeken en andere katten zaken.

Deze pagina zal regelmatig aangevuld worden.

Samenwerking met o.a. Dierenartsen

Ik werk samen met lokale dierenartspraktijken en verschillende kattenorganisaties zoals het Katshuisch en Stichting Strays Meet Holland


Product Review

Review Snoozle loop krabpaal

Eigenlijk wil ik deze Snoozle loop geen krabpaal noemen. Het beeld bij een paal is een verticale kolom waaraan een kat zich lekker kan uitrekken en kan krabbelen.

De snoozle loop is echter zo’n mooi vormgegeven krabmeubel van stevig golfkarton. De katten reageerden op dit meubel zoals katten kunnen doen. Totaal negeren alsof er niets neergezet was. Na een paar dagen en met behulp van een speeltje ontdekten ze dat het toch wel erg lekker was om daar je nagels aan te scherpen en gaandeweg bleek het ook wel een fijne plek om af en toe gewoon op te gaan liggen.
Inmiddels is de snoozle loop in hun dagelijkse routine opgenomen blijkt het voor de katten een aanwinst te zijn.

Wat heel fijn is dat dit krabmeubel groot genoeg is voor de forse rassen zoals o.a. de Maine Coon en de Noorse Boskat. Maar ook de gewone HTK kat beleeft er plezier aan. Onze katten zijn resp. 6 en 5 kg zwaar dus ook best groot en passen hier prima op.

Wil je meer zien en lezen over mooie krabmeubels kijk dan eens op https://happy-animal.nl/krabton/



Blogs

Als kat en hond

Soms wordt een klein katje bij een andere kat gezet omdat mensen zo graag de andere kat van gezelschap wil voorzien en dan blijkt dat de andere kat dit helemaal niet op prijs stelt.

Vaak wordt ook gedacht dat je beter geen hond bij een kat zet omdat die twee zulke verschillende communicatiesignalen afgeven. Dat is op zich wel waar maar het kan juist ook heel erg goed gaan bij een dergelijk setje.

Voor de kat is het een heel groot voordeel dat er geen ander dier in huis is waarvoor het territorium net zo’n belangrijke rol speelt als dat voor de kat geldt.
De hond echter moet wel katten gewend zijn, want als hij op de kat gaat jagen dan is de kans op een goede verstandhouding voorbij.

Het gaat vaak ontzettend goed tussen een kat en een hond en ik ken daar heel wat voorbeelden van die ik gezien en/of meegemaakt heb. Zoals een grote Berner Sennen hond bij één van de gastgezinnen voor het asiel die ook aan opvang voor kittens deed. De Benner Sennen was een schat en de kittens kropen graag bij hem om tussen zijn voorpoten in slaap te vallen of om met zijn staart te spelen en hij vond alles best.

Ook mijn zus had een grotere hond die een innig verbond had gesloten met één van haar 2 katten. Toen de hond op hoge leeftijd overleed heeft de kat echt afscheid van hem genomen en hem wat laatste likjes over zijn kop gegeven.

Het kan echter ook zo zijn, dat de hond later in huis komt, schijnbaar wel katten gewend is, maar de kat in huis geen enkele ervaring met een hond heeft (of misschien een niet zo fijne ervaring buiten heeft gehad).

Zo was dit ook het geval waarbij mijn hulp werd ingeroepen. De kat zat op de bovenverdieping en kwam er niet meer vanaf. Durfde dus ook niet meer naar buiten want dan moest ze langs de hond en haar leefwereld was dus van de ene op de andere dag heel erg beperkt geworden.
De hond bleek een rugzak met problemen te hebben waarvoor een honden-gedragstherapeut ingeschakeld werd en samen met een uitgebreid plan om de kat weer beneden te krijgen zijn we aan de slag gegaan.
Toen het vertrouwen van de kat op de bovenverdieping weer een beetje terugkwam zijn we stapje voor stapje, treetje voor treetje naar beneden gegaan.

Tijdens het oefenen om elke keer een treetje lager te komen had het gezin de tijd om de benedenverdieping zodanig in te richten dat de kat zich hier op haar gemak kon gaan voelen, uit de buurt van de hond kon blijven maar er toch bij was.

Na een periode van haast 5 maanden waren kat en hond zover dat ze ontspannen vlak bij elkaar in 1 ruimte konden blijven en er geen sprake meer was van stress!

Het gezegde “Geduld is een schone zaak” is hier ook echt van toepassing geweest. Deze eigenaren hebben super veel geduld gehad en hebben de kat ontzettend goed begeleid om in haar eigen tempo weer naar beneden te komen en haar zelfvertrouwen te herwinnen. Wat een geweldig resultaat!!!

En ik vond het super om deze zeer gemotiveerde eigenaren te mogen coachen!


De kat als spiegel

Regelmatig zie ik een sterke band tussen kat en eigenaar, maar ook bij een minder sterke band zie ik regelmatig dat de reactie van de eigenaar een specifieke reactie bij de kat teweegbrengt, maar omgekeerd is dat ook zo.

Nu had ik laatst wel een heel frappante ontwikkeling bij een gedragsprobleem waar ik voor ingezet werd.

Ik werd gevraagd voor hulp bij een kat die zijn eigenaresse aanviel. En dit was inclusief gebruik van nagels en bek.

Dit gedrag was al ruim een jaar aan de gang en zoals bij elk gedrag, ging het van kwaad tot erger wat ook bij de eigenaren steeds meer stress gaf, zeker nadat haar ook nog door kennissen werd aangeraden om de kat toch maar weg te doen of zelfs in te laten slapen.

Na ruim een jaar is het lastig om de exacte aanleiding van het probleemgedrag te achterhalen, maar om tot een goede aanpak van het probleem te komen is het toch nodig om dit te achterhalen.

Tijdens het uitvragen is het soms ook een afstrepen van mogelijke oorzaken en hou je 1 of 2 mogelijke oorzaken over waar dan mee aan de slag gegaan kan worden.

Ook in dit geval bleef er eigenlijk maar 1 mogelijke oorzaak over. In dit geval leek het erop dat dit veroorzaakt werd door veranderende omstandigheden buiten, nl. meer nieuwe katten in de buurt. En als je dan als kat niet zo zelfverzekerd bent bij andere katten kan dat ervoor zorgen dat je niet aan je benodigde jachtmogelijkheden komt.

Voor een kat is het echt nodig dat er voldaan wordt aan zijn jachtbehoefte. Als dat niet kan doordat je liever binnen blijft om de confrontaties buiten te ontlopen dan kan dit voor veel frustratie en stress zorgen.

Je kunt het vergelijken met iets wat wij als mensen echt nodig hebben om goed te kunnen functioneren. En dat kan per mens verschillend zijn. Voor de 1 zal het erg frustrerend zijn dat hij niet uit kan gaan, voor de ander misschien dat hij niet mag snoepen als hij op dieet is.

Doordat de kat in dit geval meer gespannen was had dit ook effect op het baasje. Zij werd er ook nerveus door en vervolgens reageerde de kat weer op de spanning die hij bij het baasje voelde. En zo zaten ze dus samen in een negatief cirkeltje waarin ze heftig gingen reageren op elkaar.

Doordat de eigenaar zich hiervan bewust werd kon zij letterlijk iets meer emotionele afstand nemen van de kat waardoor zij meer rust kreeg en de kat dus weer rustiger op haar reageerde. In combinatie met een nieuwe spel/jachtroutine voor de kat was het probleem gelukkig snel opgelost!


Als het echt niet meer gaat

Ik zie de laatste tijd steeds meer gedragsproblemen tussen katten onderling en het is 1 van de lastigste problemen om op te lossen. Het vraagt namelijk heel veel van de eigenaar omdat het erg tijdsintensief is om de situaties goed in de gaten te houden en het duurt vaak weken lang voor er een duidelijke verbetering te zien is. Als dit überhaupt nog lukt want vaak blijkt de verstandhouding tussen de katten al veel te veel verstoord.

Stel het bij jezelf maar eens voor: Je hebt b.v. met een collega of een bevriende kennis wat kleine irritaties waar je gemakkelijk overheen kan stappen omdat er ook zoveel leuke dingen tegenover staan. Als er echter iets gebeurd wat uitmond in een kleine of grotere ruzie wordt het steeds moeilijker om het met diezelfde collega of kennis weer gezellig te hebben. Althans zo gaat dat met mij 😉 Maar (gelukkig) zijn er ook mensen die er vervolgens heel makkelijk overheen stappen en gewoon op de oude voet weer door kunnen gaan.

Eigenlijk is dat bij katten ook zo. Als er een hele goede band is tussen de katten onderling, ze kunnen met elkaar spelen, ze wassen elkaar en ze slapen bij elkaar, kunnen ze ook wel wat kleinere aanvaringen met elkaar hebben. Maar zelfs dan kan een fixe ruzie tussen hen tot een breuk leiden die moeilijk of niet te herstellen is.

Het hangt ook af van het karakter van de kat, de leeftijd en eerdere ervaringen en hoe er door de eigenaar mee omgegaan wordt.

Er zijn ook situaties waarin de katten nog niet zoveel goede ervaringen met elkaar hebben kunnen opbouwen omdat ze elkaar nog niet zo lang kennen. Ondanks een goede (her)introductie kan dan blijken dat de katten gewoon qua karakter, energie of leeftijd niet goed bij elkaar passen.

De vraag is dan vervolgens hoe nu verder. Er zijn eigenaren die geen van de twee (of drie of vier) katten kwijt wil en de territoria in huis worden dan als het ware verdeeld b.v. 1 kat boven en 1 kat beneden, alleen onder toezicht bij elkaar en een specifieke routine van wie gaat wanneer en hoe naar buiten.

Een andere mogelijkheid is om, hoe moeilijk dit ook kan zijn, over te gaan tot herplaatsing. Vaak komen de eigenaren uiteindelijk tot deze moeilijke conclusie omdat het in stand houden van de situatie heel veel onrust en stress geeft, en niet alleen bij de katten, maar ook bij de eigenaren zelf.

Het herplaatsen van 1 van je eigen katten voelt als een verschrikking. Je voelt je verantwoordelijk voor je katten, je houdt van ze en het voelt als onmacht dat je niets aan de situatie kunt veranderen en je hebt het gevoel dat je de kat in de steek laat.

Hoewel de eigenaar wel vaak invloed heeft op het gedrag van de kat ligt onderlinge agressie vaak meer in de sfeer van onverenigbare karakters of een slecht herstelbare ervaring met elkaar.

Als aan het eind van een gedragstraject uiteindelijk een kat herplaatst is blijkt vaak pas hoe slecht de situatie eigenlijk was.

Het mooist wat ik dan te horen of te zien krijg is dat de nog in huis zijnde katten weer hersteld zijn van de voor hun zeer stress-volle situatie en voor de herplaatste katten een ander gouden mandje is gevonden of zoals 1 van de eigenaren zei: een match made in heaven.

Ik ben daar dan net zo blij mee want ook een gedragstherapeut wil het beste voor alle partijen en hoe moeilijk het ook is, het is ook fantastisch om zo’n proces te mogen begeleiden en met zo’n mooi resultaat.


Toch geen gedragsprobleem!

Zo tegen het einde van het jaar is het altijd leuk om nog eens terug te kijken op de diversiteit aan kattengedrag waar mijn hulp bij ingeroepen werd. Zo heb ik een aantal casussen gehad waarbij mijn hulp werd ingeroepen en waarbij ik geen overduidelijke stressoren kon aanwijzen die het gedrag volledig konden verklaren.

Natuurlijk waren er wel wat kleinere zaken die voor de kat verbeterd konden worden, maar geen grote fundamentele zaken waar de kat niet mee om kon gaan. Toch blijkt ook dan vaak voor veel meer gedrag toelichting gevraagd te worden en individuele kennisoverdracht is altijd fijn.

Zeker bij de wat minder duidelijke casussen neem je altijd de factor ‘pijn’ mee. Katten zijn ongelooflijk goed in staat om pijn te verbergen. Een kat is nu eenmaal niet alleen een roofdier, maar ook een prooidier en prooidieren laten over het algemeen pas in een heel ver stadium pijn zien vanwege de mogelijke consequenties nl. je wordt makkelijker aangevallen en als je kat bent kan dit zelfs territorium-verlies tot gevolg hebben. Territorium is toch wel één van de allerbelangrijkste dingen want dat is de plek waar je je veilig voelt en waar je op je gemak kunt eten en slapen.

Daarnaast beïnvloed pijn ook het gedrag en de reacties op gedrag van een ander.

Ga je zelf maar eens na, je hebt pijn, niet zo erg dat je het uitgilt van de pijn, maar zo’n vervelende continue zeurende pijn. Nou, ik kan je uit ervaring vertellen dat ik daar niet echt gezelliger op wordt. Maar dat werkt bij katten ook zo. Ze kunnen wat minder hebben en reageren dan vaak ook iets anders dan normaal.

Wat katten ook nogal eens doen is het geven van aandacht aan de plek die zeer doet, dat kan de plek zijn die direct de pijnklacht geeft, maar ook de uitstralende pijn kan aandacht krijgen. Dat aandacht geven uit zich nogal eens is overmatig poetsen op de betreffende plek.

Zo ook deze dame (ruim 9 jaar) van begin vorig jaar. Ze had haar hele buik en binnenkant van haar achterpoten kaal gepoetst. Maar ik werd m.n. ingeschakeld omdat ze 1 van de nieuwe honden aanviel en uit huidonderzoek bleek geen schimmelinfectie of iets dergelijks.

De poes was van kitten af aan omringd geweest door honden en dit was altijd heel goed gegaan dus dit was geen ‘normaal’ gedrag voor deze dame.

Bij verder uitvragen bleek ze ook minder naar buiten te gaan en eigenlijk alle beweeglijke dingen minder te doen waardoor ik mede gezien haar leeftijd aan artrose als mogelijkheid dacht. Artrose is eigenlijk alleen via een röntgenfoto te constateren maar indicatie hiervoor is aanpassing in het gedrag doordat artrose pijnklachten geeft. Dit gaat echter heel geleidelijk aan en kan daardoor makkelijk gemist worden.

Nadat de dierenarts een pijnstiller had voorgeschreven ging de poes vooruit zowel in haar beweeglijkheid als het minder poetsen en haar haar groeide weer terug. Röntgenfoto’s lieten echter geen artrose zien, maar verder onderzoek gaf geen uitsluitsel.

Een aantal keren werd gestopt met pijnmedicatie en elke keer weer begon de poes na een tijdje haar buik en poten weer kaal te likken. Na elke keer opnieuw pijnmedicatie en op een gegeven moment hele sterke pijnmedicatie te krijgen en een aantal dierenartsen verder werd een duidelijk pijnplek in haar rug geconstateerd en er werd gedacht aan een hernia. Ook de scan hiervan liet dit echter niet zien.

Inmiddels een jaar later is dan eindelijk de oorzaak van de pijn gevonden, een scheefstand in de lage rugwervels die zoals het er nu naar uitziet door de 1e behandeling van de orthomanueel dierenarts een heel stuk opgelost is. Misschien moet er nog 1 nabehandeling plaats vinden maar poes is al een heel stuk fitter!

Het is fantastisch hoe vasthoudend eigenaren kunnen zijn om toch te achterhalen wat nu de oorzaak van de pijn is en dat ik ze daarbij een klein beetje mag helpen!


Een kat is niet te trainen – of toch wel?

Ik schreef in 1 van mijn vorige columns dat onze Gijs iets was afgevallen en op een dieet van extra eiwitten werd gezet.

Helaas bleek in de maanden die volgende dat Gijs ondanks dit dieet toch langzaam aan steeds iets meer afviel. Bovendien vond ik dat zijn vacht er ook wel wat rommelig uit ging zien.

Gijs is ruim 14 en dus een echte senior en al weer haast bejaard te noemen, dus ik vond het hoog tijd worden voor een senioren-check bij de dierenarts. Voordat ik hier echter een afspraak voor maakte ben ik met Gijs gaan trainen om hem voor te bereiden op de komende afspraak en de daarbij behorende handelingen zodat hij daar de minste stress door zou ervaren.

Ik hoor je al denken: ‘trainen” …… een kat? Jazeker, niet alleen honden zijn te trainen maar katten ook. Meestal is het zo dat de kat zijn baasje traint maar in dit geval moest Gijs weer wat leren.

Als eerste zijn we begonnen met het herhalen van de mandjes-training. Gijs heeft ooit een klein trauma met de mand opgelopen en door regelmatig met hem te oefenen om de mand in en uit te gaan en daar leuke en lekkere dingen aan te koppelen gaat dat inmiddels erg goed. Gijs loopt zelf op commando zijn mand in, gaat dan zitten en blijft rustig wachten.

Autorijden blijft hij alleen nog altijd heel erg vervelend te vinden en hij zingt dan ook altijd een liedje voor me.

Vervolgens weet ik dat bij een seniorencheck ook een bloeddrukmeting en bloedonderzoek gedaan wordt. Bloeddrukmeting kon ik niet oefenen, maar wel het druk uitoefenen op zijn poot.

Voordat bloed afgenomen kan worden, wordt eerst een stukje vacht op zijn poot weggeschoren. Ook dat kon ik oefenen aangezien ik een tondeuze in huis heb. Ik heb niet echt zijn pootje thuis geschoren, maar wel eerst op afstand de tondeuze aangezet (achter mijn rug) daarna toen hij er niet op reageerde de tondeuze tevoorschijn gehaald en deze bij zijn poot gehouden.

Aangezien ik al haast zeker wist dat Gijs artrose zou hebben wilde ik dat toch ook zeker weten en zou er een röntgenfoto genomen worden. Dat betekent ook dat hij stil moet liggen. En dat was nog wel een dingetje en hoewel niet helemaal gelukt was hij wel voorbereid op het tegenhouden als hij wilde bewegen 😉

Zo ben ik haast een week of 2 bezig geweest om hem voor te bereiden op een voor hem spannend bezoek aan de dierenarts. Ook al bereid je een kat hierop voor, het blijft spannend voor hem. Hij wordt uit zijn vertrouwde omgeving (territorium) gehaald, er zijn allemaal vreemde geuren om hem heen en allemaal mensen die hij niet kent en die van alles met hem gaan doen.

Maar dit voorbereiden heeft hem echt heel veel stress gescheeld. Er waren niet veel dingen die hij niet kende en zijn beloning was natuurlijk iets wat hij echt heel erg lekker vind nl. kattenmelk. Hij krijgt dat dan ook nooit zomaar, maar alleen maar als hij dat echt verdiend heeft.

Tijdens het prikken bij de dierenarts kreeg hij dan ook een flinke hoeveelheid waarmee hij erg tevreden was en ook goed rustig bleef zitten.

Al met al is het goed geweest, Gijs heeft inderdaad artrose en bovendien bleek zijn schildklier te snel te werken. Dus dat is pilletjes slikken voor de rest van zijn leven, maar met zo af en toe een controle kan hij daar prima mee leven.

Het oefenen of trainen zoals ik het dan altijd noem werkt het beste als je wat je wilt bereiken in hele kleine stapjes knipt, niet te snel wilt gaan en belonen is altijd het toverwoord bij dit soort dingen oefenen!


Ik wil geen pilletje!

Een telefoontje van een radeloze eigenaresse. De kat in kwestie (4,5 jaar oud) was inmiddels 3 maanden geleden geadopteerd vanuit het asiel. Hij bleek nu een wormeninfectie te hebben en had hiervoor een kuurtje gekregen, maar helaas, meneer wilde zijn pilletje niet eten, niet door voer, niet gemalen door kattenmelk en het was ook niet in zijn keel te stoppen.

De kat was namelijk ontzettend angstig voor mensen en was niet beet te pakken. Ze hadden het een keer geprobeerd, maar kwamen met beschadigde armen uit de strijd en de kat heeft zich een dag niet laten zien.

In het asiel zat de kat stokstijf bovenop een paal en de asielbeheerder was verbaasd dat meneer over de kat zijn neus mocht aaien want het was een echte angsthaas. Het echtpaar viel echter voor het ontzettend lieve koppie en dachten met veel geduld hem wel te kunnen laten ontdooien. Helaas moesten ze nu constateren dat ze dit onderschat hadden, maar wilde eigenlijk geen afstand meer van hem doen omdat hij inmiddels toch al wat meer ontspannen was. Echter hun dochter was zwanger en dan was een kat met een wormeninfectie een extra risico, dus hij moest òf echt zijn pilletjes hebben, òf ze moesten een ander thuis voor hem gaan zoeken.

De vraag aan mij was nu of er nog iets te doen was om toch die pilletjes bij hem binnen te krijgen.

Tja, wat nu, geen vraag voor een volwaardig consult. Gelukkig wonen ze dichtbij dus kon ik ondanks corona toch even langs gaan. Ik wilde namelijk zelf even zien hoe angstig deze kat wel was, waar hij mee te paaien was en ik wilde een aantal dingen qua smaak bij hem uittesten. Dus na checken of niemand gezondheidsklachten had en er ruimte genoeg was voor de 1,5 meter afstand ging ik op pad met een grote variatie aan snoepjes, voer en speeltjes.

We hebben in onze tijd als gastgezin voor kittens met overmatig angstgedrag heel wat meegemaakt en deze kater viel me gelukkig erg mee. Hij lag in de vensterbank en hield me door de vitrage scherp in de gaten, was op zijn qui vive, maar bleef wel liggen.

Hoewel hij met enige interesse naar de speeltjes keek die de revue passeerden was hij te gespannen om er echt op te reageren.

Tijdens het uitproberen van al het meegenomen lekkers konden de eigenaren hun vragen kwijt en kon ik ze veel vertellen over hoe je het beste met zulke angstige dieren om kunt gaan. Wat belangrijk voor ze is en hoe je ze een beetje over drempeltjes heen kunt helpen.

Haast alles wat ik meegenomen had kreeg na een keertje ruiken geen verdere aandacht meer, maar gelukkig was er een vloeibaar snoepje wat zelfs van mijn vinger af gelikt werd. Stukjes gekookte kip met pompoen leek ook niet aan te slaan, maar na ongeveer 5 minuten bleek ineens het schaaltje leeg te zijn en een 2e beetje met daarin een halve pil in stukjes, bleek geen probleem te geven. Zo, deze was binnen 😉 nu nog maar 5 keer een halve te gaan.

Nu was het te hopen dat hij dit voer, met een pilletje, blijvend wilde eten want hij was ook nog eens een zeer kieskeurige eter en meestal bliefde hij niet 2x het zelfde.

’s Avonds kreeg ik al een appje dat ook de volgende halve er in zat en dat ze met alle nieuwe kennis weer moed hadden gekregen. Ook het voedingssupplement dat de stress een beetje verminderd was er goed in gegaan.

Na 1,5 week kreeg ik een filmpje toegestuurd van een kat die aandacht kwam vragen, die over zijn kopje geaaid wilde worden en aan het kletsen was tegen de eigenaresse EN al zijn pilletjes op had!!

Missie geslaagd! Ondanks corona 😉


Mijn kat te dik? Uh....ja of nee?

Al weer enige tijd geleden, had ik een nascholing en ik vind dat eigenlijk altijd een klein feestje. Je ziet je collega’s weer een keer, kunt even bijpraten en je doet weer wat extra kennis op.

Dit keer was het een multidisciplinair symposium over Obesitas en andere eetstoornissen bij de kat. Dit werd vanuit verschillende hoeken benaderd nl

  • wat is er vanuit de onderzoek-kant tot op heden bekend,
  • wat kunnen medische redenen en oplossingen zijn
  • hoe kan alternatieve zorg hierbij behulpzaam zijn
  • en vanuit de gedragsmatige kant: de praktische en effectieve ondersteuning bij eetstoornissen

Kortom een mooie nascholing die, hoewel al veel bekend, toch nog aardig wat aanvullende informatie opleverde.

Ik merk bij mijn werk als gedragstherapeut en als kattentrimster vaak dat het voor eigenaren moeilijk te bepalen is of hun kat nu het goede gewicht heeft ja of de nee. En ik weet het uit eigen ervaring dat dat niet altijd even makkelijk is.

Op de labels van kattenvoer staat natuurlijk wel dat als je kat 4 kg weegt dan mag hij zoveel gram van dit voer, maar als jouw kat 4 kg weegt, is dat dan wel het goede gewicht dat bij jouw kat hoort?

Voor een heel klein (volwassen) katje die fijn van bouw is kan 4 kg een veel te zwaar gewicht zijn, maar voor een grote stevige kater kan 4 kg veel te mager zijn.

Onze eigen Gijs (ruim 14) en Flint (ruim 11) zijn gewone huis- tuin en keukenkatten, dus geen specifiek groot ras zoals de Maine Coon en de Noorse Boskat die over het algemeen zwaarder wegen, maar toch zijn ze behoorlijk groot. Ze zijn beiden haast gelijk in grootte, maar Flint is veel gespierder en is iets grover gebouwd dan Gijs. Flint is een ‘alleseter’ wat voer betreft terwijl Gijs een stukje kieskeuriger is.

Ze krijgen beiden ongeveer evenveel aan voer, dat betekent in ons geval dat ze 3x daags ca. 35 gram natvoer krijgen, er worden wat brokjes in voerpuzzels verstopt voor overdag en ’s avonds doen we nog een voerspelletje met ze.

Toch loopt het gewicht behoorlijk uiteen: Gijs woog toen 5,1 kg en Flint 6,5 kg. T.o.v. eerdere gewichten is Gijs iets afgevallen en een beetje aan de lage kant, maar nog net niet te mager en Flint weegt iets te veel, maar gelukkig nog niet veel te veel.

Ik bepaal het ‘normale’ gewicht eigenlijk op 3 verschillende manieren. Ik kijk, ik voel en ik weeg. Dat kijken doe je eigenlijk altijd wel dus dat is ‘makkelijk’ Zo ongeveer 1x per week let ik bij het aaien op 2 specifieke dingen nl. hoe voelen de ribben aan en hoe voelt de ruggengraat aan. En tot slot weeg ik ze zo af en toe, meer als bevestiging van wat ik inmiddels eigenlijk al weet 😉

Als een kat te mager is voel je dat het velletje gelijk over de ribben heen zit en ook bij de ruggengraat voel je heel scherp de wervels.

Als een kat veel te dik is voel je eigenlijk de ribben en de (zijkant van de) ruggengraat niet meer – je weet dat ze er zijn, maar je moet min of meer harder duwen om ze door de vetlaag heen te kunnen voelen.

Bij een goed gewicht zit je er dus net tussenin, je voelt de ribben en ruggengraat, maar je voelt ook dat er een dun laagje tussen het velletje en rond de ribben en de ‘knokige’ wervels zit.

Zowel te dik als te mager is niet goed en kan op verschillende oorzaken wijzen en dus ook verschillende problemen geven. Bij Gijs en Flint weet ik wel zo ongeveer waarvan het komt en ze gaan beiden op dieet! Gijs krijgt extra eiwitten en Flint krijgt gewoon minder de kans om van Gijs zijn voer te pikken 😉

Ik ben benieuwd wat je bij jouw kat voelt!

Mocht je twijfels hebben over het gewicht van je kat en de mogelijke oorzaken, maak dan eerst een afspraak met je dierenarts of schakel een gedragstherapeut in.


Daar is ‘ie weer – de Kattenbak

Ik werd alweer enige tijd geleden geïnterviewd voor een stukje in het jaarverslag van het dierenasiel over gedragstherapie voor katten. Ik vind het geweldig dat ik daarvoor gevraagd ben want dat is weer een kans om te vertellen dat er best heel veel te doen valt aan gedragsproblemen. Tegen het einde van het leuke gesprek werd gevraagd of ik nog iets in het verhaal miste. Nou ik wist nog wel wat 😉 wat ik nog graag kwijt wilde was nog het één en ander over het leervermogen van de kat en ik wilde het toch ook nog wel heel graag even hebben over onzindelijkheid.

Onzindelijkheid staat zo ongeveer in de probleem-top 3. Er wordt helaas zo vaak gedacht dat daar niets aan te doen valt. Maar niets is minder waar. Nu is het natuurlijk wel een beetje afhankelijk van hoe lang het probleem al bestaat, want hoe sneller hierop gereageerd wordt, des te gemakkelijker is het probleem op te lossen.

Vaak zit er een medische reden onder om onzindelijk te worden zoals bv blaasgruis, nierproblemen, urineweginfecties etc. dus een eerste check zal door de dierenarts gedaan moeten worden.

Als alle medische oorzaken uitgesloten zijn dan kan een gedragstherapeut helpen om de oorzaak op te sporen.

Zo simpel als de oplossing soms is bij het ene probleem, zo lastig kan het soms zijn om de oorzaak op te sporen van een plas- of poepprobleem.

Zo had ik eens een onzindelijke Maine Coon dame van 1 jaar oud die sinds een paar maanden niet meer op de bak ging. In eerste instantie alleen plassen buiten de bak en na enige tijd werd er ook niet meer op de bak gepoept. De eigenaar had al van alles zelf geprobeerd zoals andere kattenbakvulling, opsluiten met een kattenbak, extra bak en zelfs even clomicalm (medicatie) maar helaas leidde niets tot verbetering.

Phoe, dit klonk niet alsof ik zo een pasklare oplossing kon geven. Dus maar blanco beginnen en als eerste kijken naar de kattenbakken en de onderlinge relaties van de 7 katten en 1 hond. Nagenoeg alles wat we bespraken leek geen overtuigende reden voor onzindelijkheid te geven. Maar ja, er moest toch iets zijn wat deze onzindelijkheid veroorzaakt heeft?

Na heel veel doorvragen en nog eens doorvragen konden we een wat meer specifieke periode vaststellen waarin dit probleem was ontstaan en daarna werd er zelfs nog eens de agenda erbij gehaald. En gelukkig, daarmee konden we echt goed vaststellen wanneer de onzindelijkheid was ontstaan en ontdekten we ook de aanleiding.

In de betreffende periode was er een vreselijk gevecht tussen 2 poezen geweest met wonden voor zowel eigenaar als beide katten. De hele groep was min of meer compleet van slag. In een dergelijke situatie is het heel aannemelijk dat er toen ook iets met de betreffende kat in combinatie met de kattenbak gebeurd is en dat dit waarschijnlijk de druppel was om de kattenbak niet meer te gaan gebruiken. Ik had het vermoeden dat het hier een combinatie van factoren was waaronder: het soort kattengrit, de schoonmaakfrequentie en de drukte om haar heen.

Uiteindelijk was het een heel pakket van allerlei dingen om aan te passen en kleine tot wat grotere veranderingen om mee aan de slag te gaan. De eigenaar ging er acuut mee aan de slag en deed het werkelijk fantastisch. Na een paar dagen kreeg ik al een app-je om me op de hoogte te brengen wat er al gedaan was EN om te vertellen dat de poes al een keer op de bak was geweest!

Na 3 weken ging de poes weer normaal op de kattenbak maar moesten er nog wel wat puntjes op de i gezet worden. Maar alle moeite is niet voor niets geweest en bij het eindgesprek 3 maanden na het huisbezoek had ik een hele blije eigenaar aan de lijn die super trots was op het resultaat!

En daar geniet ik dan ook weer van 😉


Zo simpel kan het (soms) zijn

Als je je kat eenmaal een beetje kent dan is ze vaak zo heerlijk voorspelbaar. De meeste katten hebben behoefte aan routine en regelmaat met niet al te grote veranderingen in hun omgeving, dat geeft hun rust en ontspanning.

Door een verbouwing van de keuken merk ik dit weer eens temeer. Onze Flint is een kater met een nerveus karakter en snel uit zijn evenwicht. Hij vind het dus helemaal niets dat alles op zijn kop staat. Onze Gijs daarentegen is een stabiele kater en hoewel hij overal met zijn neus bovenop staat merk ik dat hij bij deze grote verbouwing toch ook ietsje schrikkeriger reageert op normale dingen. Maar ook ikzelf merk dat ik een beetje ontheemd ben in ons eigen huis en me soms iets minder relaxt voel. Ik heb dus ook wel iets van een kat weg of heeft de kat iets meer van ons dan we denken?

Deze eigenschap van katten kan dus voor veel stress zorgen, afhankelijk van het karakter, socialisatie en de ervaringen van de kat, maar kan soms juist ook helpen om een gedragsprobleem op te lossen.

Ik moest ineens denken aan een kat die al maanden op de bovenverdieping van het huis bivakkeerde en waarbij mijn hulp werd ingeroepen. Ze wilde echt niet naar beneden komen wat de eigenaar ook probeerde. De kat (beter gezegd, de eigenaar) had inmiddels geleerd dat als ze boven aan de trap ging zitten miauwen ze dan door de eigenaresse naar de begane grond gebracht werd.

Deze kat (inmiddels al een oudere dame) bleek als kitten bij een soort van broodfokker vandaan te komen, was in de garage grootgebracht en had geen goede socialisatie gehad. Ze reageerde erg angstig op bezoek en was m.n. voor vuurwerk en harde geluiden erg angstig. Helaas bleken ze ook nog eens te wonen in een wijk waar al heel vroeg in het seizoen illegaal vuurwerk werd afgestoken.

Bij verder uitvragen bleek ook de zoon uit huis gegaan te zijn waar de kat een hele goede band mee had en dit viel ook samen met het ontstaan van het probleem.

Het is altijd lastig om de precieze oorzaak van een probleem te achterhalen, maar door een aantal zaken uit te sluiten en goed naar het karakter en normale reacties en gedrag van de kat in kwestie te kijken kom je een heel eind.

Hoewel de zoon uit huis was gegaan en dit wel wat verandering in de routine had gebracht leek het mij de meest aannemelijke oorzaak dat de kat ergens vreselijk van was geschrokken tijdens het naar beneden gaan waardoor er een negatieve koppeling met de houten trap was ontstaan. En dit is dan ook de insteek geweest van het therapieplan.

In overleg met de eigenaar is het aanzien en gevoel van de trap veranderd door halve maantjes op de houten traptreden te plakken. Daarnaast is de eigenaar gaan trainen met de kat om haar te bewegen steeds een stukje verder op de trap te komen.

Ik had best wel wat resultaat verwacht, maar had niet voorzien dat de kat binnen 1,5 week na verandering van de trap, alweer zelfstandig naar beneden zou komen.

Juist dus door de simpele aanpassing van de trap veranderde deze van een hele enge trap naar een ‘normale’ trap en mede dank zij het belonen van elke stap verder, kon de kat haar normale routine weer oppakken.

Fantastisch om te zien hoe snel en hoe simpel een probleem soms op te lossen is. Ik ben er zelf ook nog steeds blij mee 😉


Subtiele signalen

Het asiel waar ik mee verbonden ben belde of ik contact op wilde nemen met een adoptant die een moeilijke kat had geadopteerd en nogal wat bijtgedrag vertoonde.

Het bleek te gaan om een kat die al aardig wat mee had gemaakt. Hij was als jong kitten in het buitenland bij een dierenkliniek opgevangen en van daaruit na een tijdje in het asiel in Nederland terecht gekomen. Hij heeft daar haast een jaar gezeten en was eerder een keer geadopteerd maar werd weer teruggebracht vanwege aanvals- en sloopgedrag.

Ook in het asiel liet hij nogal eens wat onvoorspelbaar aanvalsgedrag zien.

Nu was hij opnieuw geadopteerd maar liet naast erg aanhankelijk gedrag ook onvoorspelbaar onwenselijk gedrag zien. De adoptant had een lange ervaring met katten maar stond gelukkig open voor aanvullende tips en kennis.

Hoewel ik altijd probeer om alle mogelijke oorzaken van het ongewenste gedrag open te laten of de interpretatie van het getoonde gedrag door de eigenaar op waarde te schatten weet je nooit precies wat je aantreft. Ik was dan ook erg nieuwsgierig want had eigenlijk nog niet eerder een dergelijk onvoorspelbare en agressieve kat meegemaakt.

Bij aankomst zette ik mijn kattentas neer en de kat kwam gelijk naar de tas toe om op onderzoek te gaan naar al die lekkere en leuke dingen die erin zaten. Ik zat er op mijn hurken naast en na snuffelen aan mijn hand mocht ik zijn kopje aaien en zelfs mijn hand over zijn rug laten gaan. Ik verbaasde me erover hoe toegankelijk en aardig hij was.

Ik gaf hem niet te veel aandacht en ging op een stoel aan tafel zitten. Na een korte verdere verkenning van mijn tas sprong hij al snel bij me op schoot en draaide zich in een rolletje.

Zo op het eerste gezicht leek hij een totaal ontspannen kat maar toch zag ik signalen waardoor ik wel waakzaam was. Ik begon gelijk met uitleggen dat hoewel hij er ontspannen bij leek te liggen hij toch ook ‘spannings’signalen liet zien zoals meer orenspel en een licht opgezette staart waarbij net iets meer dan het puntje bewoog.

Ik was nog niet uitgepraat of hij tilde zijn kop op, begon aan mijn mouw te sabbelen en na dit heel kort gedaan te hebben beet hij flink hard in mijn hand. Ondanks dat ik voorbereid was verraste het me toch nog maar ik was met deze uitval toch wel blij. Het gaf me de kans om te laten zien hoe er op zo’n moment het beste gereageerd kan worden.

Ik pakte hem rustig op, zei duidelijk ‘nee’ en zette hem twee meter verderop neer. Draaide me gelijk om, dus negeerde hem verder, en ging weer op mijn stoel zitten.

De kat bleek zich gelijk even te gaan poetsen en ging daarna op zijn eigen stoel liggen.

Uiteindelijk hebben we haast al zijn subtiele signalen op een rij kunnen zetten wat voorafging aan “onvoorspelbaar” agressief gedrag zodat de adoptanten daar eerder op kunnen reageren en nare situaties voorkomen kunnen worden.

Ook bleek de kat heel veel energie te hebben en na een half uur spelen met een hengel nog steeds volop interesse in een spelletje te hebben.

Zo tegen het einde van mijn bezoek sprong de kat weer bij mij op schoot en gebeurde er een herhaling van de eerste keer maar dan wel in afgezwakte vorm. Hoe snel kan een kat wel niet leren!

Maar ook deze keer (na het bijten met alleen wat krassen maar niet door mijn huid) werd hij weer rustig weggezet en verder genegeerd.

Het geduld en de inzet van de adoptant om met de tips, de handvatten aan de slag te gaan en het weten van de achtergronden van zijn reacties had na 2 weken al een hele verandering teweeg gebracht. Eigenaar en kat hebben het beiden naar hun zin!

En ik ben weer heel blij met dit effect. Het kan soms lastiger zijn om de signalen van je nieuwe kat te ontdekken dan je gewend was, maar het is vaak ook een hele leuke ontdekkingsreis!


Verlatingsangst ??

Ik geef als gastdocent ook les over kattengedrag aan paraveterinairen in opleiding bij het ROC en bij het voorbereiden van de lesstof werd ook gevraagd was ook gevraagd om de verschillen tussen de hond en de kat mee te nemen v.w.b. agressie, onzindelijkheid en verlatingsangst. Wat dat laatste betreft was mijn reactie: verlatingsangst komt bij katten haast niet voor, maar ik neem het mee.

En je weet hoe het gaat, je hebt niet eerder iets gezien of gehoord van een speciaal merk auto. Iemand heeft het er met je over want die heeft zo’n auto gekocht en vervolgens zie je die betreffende auto om de haverklap!

Dat was precies wat er bij mij gebeurde met ‘verlatingsangst’

In de maanden daarop kwam ik dit natuurlijk meerder keren tegen. De kat van een kennis die ooit geholpen heeft met mijn afstudeeronderzoek liet een filmpje zien van het gedrag van hun kat als er niemand thuis was, bij een nascholing van Sarah Ellis merkte zij op dat er wel eens meer sprake zou kunnen zijn van verlatingsangst dan voorheen gedacht en recent kwam een collega gedragstherapeut met een casus over verlatingsangst.

Dus,……. hoe zit het nu met verlatingsangst, waarom zou een kat daar weinig last van hebben en wat zou een kat kunnen laten zien als er sprake is verlatingsangst?

Als de kat zelfstandig van binnen naar buiten en van buiten naar binnen kan gaan, is het een zeer zelfstandig dier dat best goed voor zichzelf kan zorgen door te jagen voor zijn korstje maar ook goed kan voorzien in wat hij nodig heeft. Ook in sociaal opzicht gaat de kat vaak zelf zijn aandacht halen als hij daar behoefte aan heeft. Hij komt vaak wel als je hem roept omdat je hem eten of aandacht wilt geven, maar als de kat het niet wil, dan komt hij gewoon niet of begroet je even en gaat dan weer doen wat hij zelf wil.

Dit is heel anders dan bij de hond, want de hond gaat over het algemeen niet zo alleen op stap maar gaat samen met de baas weg. Ook voor spelen(jagen) is hij meer afhankelijk van de eigenaar dan de kat dat is. Maar leiderschap is ook belangrijk voor de hond, want die volgt zijn roedelleider en is daar heel afhankelijk van.

Een kat is van nature min of meer solitair, leeft over het algemeen niet in groepsverband (dus geen leider) en jaagt en eet alleen. En hoewel de huiskat via hele kleine mini-stapjes door tientallen jaren heen zich aan het ontwikkelen is naar een meer sociaal dier dan ze ooit geweest zijn, zijn ze nog altijd heel goed in staat om zelf te voorzien in hun behoeften.

Als de kat echter en echte binnenkat is, dus niet naar buiten kan of mag, is hij ook heel afhankelijk van zijn baasje voor haast al zijn behoeftes zoals eten, drinken, rust-/verstopplekjes, spelen/jagen en aandacht. Als dan bovendien de eigenaar weinig tot niet van huis is kan dat ook gevolgen hebben voor de (overmatige) binding die de kat met zijn baasje heeft.

Als er in deze situatie een plotselinge verandering komt doordat b.v. het baasje ineens voor haar of zijn werk haast elke dag de gehele dag van huis is kan deze verandering verlatingsangst triggeren.

Grote kans dat de kat dan luid miauwend in een leeg huis gaat rondlopen om contact te leggen met het afwezige baasje. Ook zou hij kunnen gaan plassen op (gebruikte) kleding omdat dit de geur van zijn baasje heeft, maar ook overmatig poetsgedrag kan gemakkelijker ontstaan.

Helaas zijn deze gedragingen niet per definitie gebonden aan verlatingsangst, maar kan er ook een medische reden zijn of een andere behoefte-gebaseerde oorzaak hebben. En dat helpen uitzoeken vind ik dan weer heel leuk om te doen!


De ADHD kat

Een vriendin had vroeger een kat die uitermate rustig was, zo erg zelfs dat hij nagenoeg niet met spelen te verleiden was.

Dit komt zelden voor maar met de kennis van nu weet ik inmiddels ook dat dit een signaal kan zijn van een onderliggend probleem, maar zo wordt dit door het baasje niet ervaren.
Wat ik tegenwoordig wel veel vaker als probleem hoor is dat een katje ADHD heeft. Nu hebben wij als voormalig gastgezin veel kittens in huis gehad en zie je wel iets verschil in energie, maar om daar nu gelijk ADHD aan te verbinden,………. Bij doorvragen blijkt dit vaak te gaan om jonge tot zeer jonge katten die bovendien, soms ook alleen in het gezin zijn en dan soms ook nog regelmatig alleen thuis zijn.

Een jong katje zoals een kitten of een halfwas heeft enorm veel energie, vergelijk het maar met een kleuter van een jaar of 4-5. Die zijn eigenlijk ook altijd bezig met spelen, lekker alles willen ontdekken en de wereld om hun heen verkennen en zich eigen maken. De kittens oefenen dan ook volop met alles was ze aan gedrag beschikbaar hebben en kunnen de mooiste capriolen maken.

Ook katten tot een leeftijd van 4-5 jaar zijn in de kracht van hun leven, zijn graag bezig en zitten nog ruim in de energie. Dat is ook logisch want dit zijn toch ook wel de jaren dat je je voort moet planten en daar moet je in goede conditie voor zijn en net als bij mensen moet je je conditie goed bijhouden.
Vaak wordt gedacht dat na het echte kitten-zijn de energie wel zal gaan afnemen, maar grote kans dat dit pas na een jaar of 5-6 is en natuurlijk is dat ook geen wet van meden en perzen, want net als bij mensen is iedere kat weer anders, dus ook hoe actief of minder actief ze zijn kan heel verschillend zijn.En voor die energie moet natuurlijk wel een uitlaatklep zijn.

Maar wat vind je nu ADHD bij een kat? Is dat omdat hij elke keer weer een spelletje wil doen? Of is dat omdat hij zo af en toe een paar minuten heel hard door het huis rent, of gaat hij een beetje lopen klieren of misschien zelfs wel wat slopen?

Of was je misschien toch eigenlijk op zoek naar een kat die lekker de hele avond bij je op schoot komt liggen?

En als je dan een ‘ADHD’ kat hebt wat kun je daar aan doen?

Als een jonge kat alleen is en hij kan niet naar buiten, is hij voor heel veel activiteit afhankelijk van jou. Het is natuurlijk wel leuk om zelf met een muisje, touwtje of balletje te spelen, maar interactie met jou is vaak vele malen leuker en daar kun je veel meer energie in kwijt!

Het is voor een kat überhaupt normaal gedrag om frequent zijn territorium te controleren en een keer of 20 zijn jachtbehoefte uit te kunnen voeren om voldoende keren succesvol te zijn om te voorzien in zijn eten, want niet elke poging slaagt natuurlijk.

Dus wil je een binnenkat een beetje ‘normaal’ laten jagen moet je toch wel een aantal keer met zo’n mooie hengel aan de slag zodat hij daarbij van die mooie capriolen kan maken en zijn energie mee kwijt raakt.

Bovendien blijven heel veel katten tot op hoge leeftijd wel zin in een spelletje houden, alleen dan niet meer zo lang achter elkaar.

Of was misschien ADHD dan een afkorting van “Alle Dagen Heel Dartel ” ?


Kittentijd! - en hoe zit dat met opvoeden?

Corona of niet, alles in de natuur gaat gewoon door dus begint het zo langzamerhand ook weer kittentijd te worden en hoewel we geen gastgezin meer zijn voor ongesocialiseerde kittens van het asiel zit ik nog wel bij de besloten facebookgroep van de gastgezinnen en geniet dan ook weer volop van al die mooie, leuke en ontwapenende filmpjes die voorbij komen.

Het brengt ook elke keer weer leuke herinneringen naar boven, maar ook aan een aangetrouwd nichtje die een kitten in huis had gehaald en waarmee ik heel wat gesprekjes heb gevoerd over het opvoeden van kittens. Want ja, hoe voed je nu een kitten op – hoe leer je een kitten nu wat wel en niet kan en mag en hoe krijg je het voor elkaar om van zo’n klein kittentje een grote stoere evenwichtige kat te maken die weinig angstgedrag laat zien voor dingen waar die niet bang voor hoeft te zijn.

Kittens leren betrekkelijk weinig van hun moeder. Ze biedt ze, als ze de kans heeft, de prooien in eerste instantie dood aan zodat ze leren wat ze kunnen eten, en ietsje later neemt ze de prooien levend mee naar huis zodat de kittens kunnen oefenen met hun eten. Veel meer dan dat leert ze ze eigenlijk niet in de vorm dat ze actief bijdraagt in wat de kittens wel of niet moeten doen.

Waar de kittens wel naar kijken en wat ook een vorm van leren is, is hoe moeders reageert op voor de kittens nieuwe situaties en geluiden. Als moeder b.v. schrikt en wegrent is dat voor de kittens ook het sein om weg te wezen. Reageert moeder nu heel relaxed, gaat er naar toe of reageert er helemaal niet op, dan zullen de kittens op onderzoek uitgaan.

Het opvoeden van kittens is eigenlijk niet heel veel meer dan ze alle gelegenheid geven om op onderzoek te gaan en ze zoveel mogelijk voor hun vreemde, maar normale, omstandigheden aan te bieden zodat ze op eigen tempo heel veel ervaringen op kunnen bouwen zonder dat dit negatieve consequenties voor hen heeft en als eigenaar stuur je af en toe een klein beetje bij.

Eigenlijk kun je het een beetje vergelijken met de leerervaringen van peuters. Ze beginnen de wereld om hen heen te ontdekken en gaan steeds meer op onderzoek uit. Dat kan wel eens pijnlijk zijn omdat dit met vallen en opstaan gebeurt maar dan leren ze dat ze soms iets voorzichtiger moeten zijn maar dat verder wel alles hetzelfde blijft en dit geen hele vervelende gevolgen heeft.

Voor kittens betekent dit dat ze echt overal op en in willen. Zo hadden we een kitten Izzy die het altijd geweldig vond om overal achter en tussenin te willen kruipen. We waren haar al eerder een keertje ‘kwijt’ geweest, maar deze keer duurde het wel erg lang voor ze weer tevoorschijn kwam. Zelfs tegen etenstijd was ze nog niet boven water. Alle kasten waren inmiddels geïnspecteerd, want voor je het weet sluit je er nl. 1 onbedoeld op, maar geen spoor van Izzy. Dank zij haar broertje Indy hebben we haar per slot van rekening gevonden. Hij bleef maar in de buurt van het keukenkastje naast de vaatwasser alles onderzoeken. Achter de vaatwasser was een heel smal strookje en daar had ze zich tussenin gewrongen.

Wij volgden eigenlijk altijd de redenering ‘als ze er in kunnen dan kunnen ze er ook weer uit’ maar dat leek nu echt niet het geval te zijn. Dus wat doe je dan, juist, de vaatwasser demonteren en naar voren halen. Een klein uurtje verder was het zover en ja hoor, daar kwam ze. Opgestoken staartje en ja ze wilde wel graag eten 😉

Het mooie van dit gebeuren is dat Izzy, die toch wel wat angstig van natuur was, na dit incident ook weer wat zelfvertrouwen had gewonnen en dat kon ze goed gebruiken!

 

Hier begrijp ik niets van!?

Een vriend is gek op katten en kent dus ook alle katten in de buurt en kan er goed mee overweg. Bij een bezoek aan zijn studerende dochter bleek ook in het studentenhuis een kat aanwezig. Dus je kent dat wel, hij aaien maar ineens draait de kat zich om en haalt uit. Hij helemaal verbluft – zo maar ineens?! – hier begrijp ik niets van!

De kat blijkt van 1 van de studenten in huis te zijn waar nog 7 andere studenten wonen. De kat kan op verzoek naar buiten en naar binnen en kan, naast de slaapkamer van zijn baasje ook in de grote gezamenlijke woonkamer en keuken. Hij is dus wel wat wisselende gezelschappen en aandacht gewend zou je denken.

Wat zou hier nu aan de hand kunnen zijn? Hij kan pijn hebben en dus reageren op een pijnprikkel. Bij verder vragen lijkt er niets fysieks met de kat aan de hand te zijn, hij is nog niet zo heel oud en vertoont normaal spring- en spelgedrag, maar blijkt wel vaker ineens uit te halen als hij geaaid wordt.

Wat ik eigenlijk denk dat hier aan de hand is (op basis van deze beperkte gegevens), is dat de kat teveel aandacht krijgt – teveel geaaid wordt, in ieder geval in de ogen van de kat.

Veel katten hebben een grens van wat ze aan aandacht kunnen hebben en dit is een beetje afhankelijk van hoe ze gesocialiseerd zijn en hoe het karakter is. Het merendeel van de katten die genoeg aandacht hebben gehad springt van schoot of loopt gewoon weg. Sommige katten willen wel graag op schoot blijven liggen, maar hebben dan genoeg van het geaai en laten dat weten door signalen af te geven zoals de staart die gaat bewegen, de oren die wat meer gaan draaien en de stand van de oren die iets veranderd en er kan iets meer spanning in het lijf komen. Als daar niet op gereageerd wordt kan de kat alsnog van schoot afspringen of hij geeft een tik – zo van ‘nu is het genoeg!’

Maar hoe is dat nu van toepassing op deze kat? Deze kat kwam aandacht halen en haalde daarna zomaar uit zonder de voorafgaande signalen.

Stel je eens voor dat je lekker ontspannen op de bank zit met een goed boek en er komt iemand naast je zitten met wie je eerst even een kort praatje maakt, maar dat je daarna graag weer lekker in je boek duikt. De ander vindt het erg gezellig en blijft maar kletsen en je raakt ook nog elke keer je arm aan om je aandacht bij zijn gesprek te houden. Je probeert wat subtiele signalen zoals elke keer toch weer in je boek gaan lezen, of een beetje gaan verzitten zodat je wat verderaf komt te zitten of je draait je een beetje weg. Als dat niet overkomt bij de ander zul je er op een gegeven moment wat van zeggen. Een volgende keer in een zelfde situatie zul je waarschijnlijk veel eerder zeggen dat je liever een ander keertje verder praat maar nu lekker even wilt lezen.

En dat is eigenlijk wat deze kat nu waarschijnlijk geleerd heeft om te doen naast waarschijnlijke een hele lage aaigrens. Hij heeft eerdere keren veel signalen afgegeven dat hij er genoeg van had en een kort moment van aandacht voldoende voor hem was, maar daar is niet (voldoende) op gereageerd.

Als de kat zijn laatste signaal geeft – dus een tik uitdeelt – en merkt dat hierdoor het aaien stopt zal hij dit gedrag een volgende keer eerder uitvoeren, en de keer daarna nog eerder enz. totdat hij zover is dat hij alle signalen overslaat en gelijk slaat op het moment hij er genoeg van heeft.

Iedereen in het studentenhuis weet inmiddels dat je de kat beter niet kunt aanhalen en ze laten hem dus gewoon met rust. En dat is nu waarschijnlijk precies wat deze kat wil 😉

 

Een nieuw katje erbij?

Ik kreeg een mailtje over 2 katten die pas bij elkaar gezet waren en uit elkaar gehouden moeten worden omdat de 1 de ander niet met rust laat en of ik daar een oplossing voor had.

Zodra ik een dergelijke vraag krijg moet ik altijd gelijk denken aan een filmpje wat ik op youtube zag van mensen die een nieuw katje mee naar huis hadden genomen. Dit nieuwe katje werd in de armen meegenomen de kamer in waar de andere kat al was en het nieuwe katje werd zo voor de oude neergezet.

Gevolg: de oude kat viel het jonge katje aan en vervolgens de mensen die het jonge katje naar binnen hadden gebracht. Kortom grote stress en paniek. Niet alleen bij de katten, maar ook bij de eigenaren.

Maar wat ervaart de kat nu eigenlijk?

Stel je eens voor dat je thuis komt en er blijkt ineens een wildvreemde op je bank te zitten en hij heeft zichzelf al voorzien van een hapje uit de kast en een drankje uit de koelkast. Je kunt je voorstellen dat je hier niet van gediend bent en je misschien ook helemaal niet veilig meer voelt omdat er dus blijkbaar zomaar iemand binnen kan komen.

Als een kat ineens geconfronteerd wordt met een nieuwe huisgenoot die bovendien ook nog eens een soortgenoot is, is er ook bij de kat schrik en een gevoel van onveiligheid. Wij mensen kunnen dan nog een discussie aangaan, maar de kat heeft andere communicatiemiddelen en reageert op een heel andere manier.

Een kat is een territoriumdier waarbij zijn thuis het kernterritorium is. Hij voelt zich hier veilig en kan hier in principe volledig tot rust komen. Het territorium is eigenlijk het allerbelangrijkst voor de kat en een indringer zal dan ook verjaagd worden.

Dit maakt ook dat een zorgvuldige introductie nodig is om de grootste kans van slagen te hebben op harmonie tussen de twee nieuwe katten.

Maar territorium is niet het enige waar rekening mee gehouden moet worden. Ook de ervaringen met soortgenoten is belangrijk want sociaal zijn moet je geleerd hebben. En dat is heel lastig te bepalen bij een kat want sociaal zijn naar mensen is iets heel anders dan sociaal zijn naar soortgenoten.

En hoe zit het met het energieniveau en de leeftijd? Een jong katje heeft er zo veel van dat het soms een ADHD katje lijkt en een oude kater is misschien nog wel eens bereid tot een spelletje maar geniet ook heel graag van zijn lekkere plekje in de zon.

En net zo lastig als het bij mensen soms is om goed met elkaar overweg te kunnen zo geldt dat ook voor katten. Karakter, geur, ervaring, het speelt allemaal een rol bij het wel of niet verkrijgen van een goede band.

Dus wil je een nieuw katje bij een al in huis zijnde kat zetten, doe dan een zorgvuldige introductie waarbij stapsgewijs de katten aan elkaar kunnen wennen. Dit kan 1 dag in beslag nemen, maar kan soms ook een paar weken duren. Bouw de stappen zorgvuldig op en laat de snelheid van stappen maken bepalen door het gedrag van de kat(ten).

Wil je meer weten over hoe en welke stappen precies, neem dan contact op met een gedragstherapeut.

 

Agressief ding!

Een dringend telefoontje: “mijn kat valt me zomaar aan! Dit is al de derde keer – agressief ding, ik ben er klaar mee! Als die dit nog een keer doet gaat hij naar het asiel! Wat moet ik doen?”

Het blijkt te gaan om een kater die over het algemeen altijd lief is naar de eigenaar en graag aangehaald wil worden, maar nu terwijl ze hem wilde gaan aaien weer plots uithaalde naar haar. Ze was ervan overtuigd dat hij ineens vals geworden was.

Eén van zijn favoriete plekjes om te liggen is in de vensterbank van de keuken want dan kan hij mooi naar de vogelvoederplaats kijken. Hij komt regelmatig buiten, maar kan alleen naar buiten en naar binnen als zijn vrouwtje de deur voor hem open doet.

Bij verder doorvragen blijkt dat er recentelijk een nieuwe kat in de buurt is komen wonen en deze wordt wel eens in de tuin gezien. Hoewel de dame dit niet heeft gezien lijkt het erop dat dit net voor het aanvallen weer gebeurd was.

En een aanval door een kat is niet mis. Die nagels zijn vlijmscherp en geven vaak heel pijnlijke krassen. Als er dan ook nog gebeten wordt dan is helaas vaak een bezoek aan de huisarts noodzakelijk.

Wat gebeurt er nu vanuit de kat gezien?

Je ligt lekker naar de vogeltjes te kijken en je ziet ineens een indringer in je eigen tuin. Gelijk staat alles op scherp en de ene kat wil er gelijk achteraan om de indringer weg te jagen en een andere kat reageert meer angstig en maakt zich zo klein mogelijk in de zin van “ik doe even of ik er niet ben, maar hou je stiekem een beetje in de gaten”.

De kat met een wat grotere territoriumdrift zal er gelijk achteraan willen gaan en is al redelijk gespannen. Als de kat dan niet naar buiten kan omdat de toegang naar buiten geblokkeerd is loopt ook zijn frustratie op omdat hij niet kan doen wat hij eigenlijk wil. Kortom deze kat is tot het uiterste gespannen.

Als de kat op dat moment “gestoord” wordt door b.v. een ander huisdier of een gezinslid die hem wil gaan aaien krijgt die de volle reactie over zich heen. Eigenlijk is dat het gedrag dat bestemd is voor de andere kat buiten, maar ja, daar kan hij niet bij, dus helaas,……….

Het is een beetje te vergelijken met een situatie die wij als mensen vaak wel herkennen. Je bent druk bezig om iets voor elkaar te krijgen en alles wat je je maar kunt bedenken zit tegen. Er worden geen spullen op tijd aangeleverd, wat er aangeleverd wordt is niet compleet of er mankeert wat aan en je komt in tijdnood. Kortom de frustratie loopt op. Grote kans dat de eerstvolgende die je een verkeerde vraag stelt de volle (maar onterechte) laag krijgt.

Het aanvallen van de kat is dus geen “persoonlijke” aanval, maar een reactie op het doorbreken van een hele spannende situatie bij een kat die voorbereid is om zijn territorium te verdedigen.

Maar in een dergelijke situatie, wat is dan het beste wat je kunt doen?

Let allereerst goed op de signalen die je kat afgeeft. Let op de bewegingen van zijn staart, staat zijn vacht wat overeind? Hoe staan zijn oren en als je dat kunt zien – hoe staan zijn pupillen. Maakt hij geluid? en dan bedoel ik geen snorren 😉

De signalen kunnen heel subtiel zijn, maar over het algemeen zal hij een gespannen indruk maken. Laat de kat dan voorlopig even met rust. Al zijn stress en gespannenheid zal eerst weg moeten zijn voor je hem weer aanraakt. Om dit wat sneller te laten wegvloeien zou je een speeltje weg kunnen gooien waarmee je hem ten eerste afleidt en ten tweede zet je zijn stress in actie waardoor hij dit sneller kwijt is.

Maar echt, agressie heeft altijd een onderliggende reden en die is nooit om je te plagen. Wel kan het soms lastig zijn om te ontdekken wat die onderliggende reden dan is want dat kunnen er heel veel zijn, en afhankelijk van die reden kan er een plan gemaakt worden wat er gedaan kan worden om dit voortaan te voorkomen.

Vaak is dat helaas niet zo over de telefoon uit te pluizen maar samen met een in te schakelen gedragstherapeut die ook op huisbezoek komt kan er een volledig actieplan gemaakt worden wat zowel voor de kat als de eigenaar haalbaar is.

 


Wat doe jij eigenlijk ?

Je kent het wel, bij een verjaardag of een feestje tref je nieuwe mensen en krijg je op een gegeven moment de vraag wat je doet. Als ik dan vertel dat ik gedragstherapeut voor katten ben krijg ik vaak een 2-tal verschillende reacties.

De één is er van ongeloof zo van: is dat nodig dan? Of hè is de kat dan wat aan te leren? En een andere reactie is die van “oh leuk een kattenfluisteraar” of “wat leuk ik heb ook katten”.

Ik zelf heb er vaak geen erg in dat het beroep nog zo onbekend is, ik ben per slot van rekening ondergedompeld in kattengedrag en alles wat met de kat te maken heeft of kan hebben.

Gelukkig hebben steeds meer mensen oog voor de behoeften van de kat en is er ook steeds meer bekend over van alles wat met de kat te maken heeft. Ook is er steeds meer wetenschappelijk onderzoek dat zich specifiek richt op de kat, niet alleen medisch maar ook op voeding en gedrag.

Het leuke van mijn vak is dat als je dan op zo’n feestje er verder over praat er steeds meer vragen over het gedrag komen en dat geeft meestal veel plezier en soms een beetje een teleurstelling als gedrag verklaard kan worden vanuit aangeleerd gedrag en niet als specifiek voor het baasje gedaan.

Ook komt er soms iemand tot de ontdekking dat er toch iets mis is in hun kattenhuishouding maar meestal zijn mensen erg enthousiast en delen graag hun ervaringen met hun poezenbeest.

Het beroep van gedragstherapeut voor katten blijkt dus echter nog steeds vrij onbekend te zijn, en hoewel inmiddels haast iedereen weet dat je bij gedragsproblemen met je hond bij een gedragstherapeut terecht kunt wordt het vaak nog niet gezien dat ook veel katten een probleem kunnen hebben of dat het probleemgedrag vaak grotendeels of geheel opgelost kan worden.

Als je een probleem hebt met het gedrag van je kat is dat voor beide partijen niet leuk. Voor jou niet omdat je zijn gedrag vervelend vindt en niet snapt waarom hij dat doet terwijl je toch zoveel om je beest geeft. Voor je kat niet omdat het voor je kat een uiting is dat er wat hem betreft iets aan de hand is.

Het ongewenste gedrag kan natuurlijk een medische grondslag hebben en dat zal dan eerst uitgesloten moeten worden, maar als dit niet het geval is, is er iets anders aan de hand wat zo’n grote invloed op de kat en vervolgens op dienst gedrag heeft.

Aangezien katteneigenaren vaak juist een kat kiezen omdat deze heel graag zijn eigen gang gaat en overal graag controle over heeft wordt er daardoor ook vaak gedacht dat er niets aan haar of zijn ongewenste gedrag gedaan kan worden. Maar dat is nu juist zo leuk aan mijn vak. Het kan nl. heel vaak een heel stuk beter of zelfs helemaal verholpen worden!

Het opsporen van de oorzaak van het probleem voelt soms net alsof ik detective ben. Het is zo leuk om samen met de eigenaar te zoeken naar de oorza(a)k(en) en naast veel informatie via een vragenlijst komt er bij het huisbezoek heel veel aanvullende informatie bij en wordt het steeds duidelijker in welke hoek de oplossing(en) te vinden zijn die zowel voor de eigenaar als de kat goed werken.

En uiteindelijk is de eigenaar blij met het verbeterde gedrag van de kat en de kat blij dat “zijn” probleem opgelost is! Wat heb ik toch een geweldig vak!


Boeken

Goede en makkelijk leesbare boeken:

  • Begrijp ik mijn kat? – Nicky Gootjes & Sonja van den End
  • Kattig of poeslief? – Liesbeth Puts
  • 50 kattenspelletjes – Jackie Strachan
  • Zo train je je kat - John Bradshaw en Sarah Ellis

Drinktips

Katten zijn van nature slechte drinkers. Het meeste vocht krijgen ze via hun natuurlijke voer binnen (zoals muizen). Meer drinken is echter juist voor katten met een blaasontsteking of met een chronische nierbekkenontsteking erg belangrijk. Maar ook juist voor katten die alleen droogvoer krijgen is het goed om meer te drinken.

Wat kun je doen om je kat te stimuleren om uit zichzelf meer water te gaan drinken.

Kleine aanpassingen kunnen al van groot belang zijn om een kat te stimuleren om meer te drinken. Dit kunnen onder meer zijn:

  • Zorg dat het formaat van de waterbak groot genoeg is. De snorharen van een kat zijn erg gevoelig en veel katten vinden het niet prettig als de snorharen de kant van de waterbak (of de etensbak) raken.
  • Gebruik niet alleen kraanwater, maar experimenteer ook met regenwater of met vijverwater. Katten kunnen wisselende voorkeuren voor water hebben.
  • Kijk waar de voorkeur van je kat naar toe gaat. Vers water net uit de kraan of juist water dat al een paar dagen staat. Maak afhankelijk van die voorkeur de waterbak dagelijks of 1x in de paar dagen schoon.
  • Zet geen waterbak naast zijn etensbak. Een kat drinkt zelden waar hij eet.
  • Zet geen waterbak neer naast de kattenbak.
  • Zet meer waterbakken neer en plaats deze langs de normale looproute van de kat zodat hij op regelmatige afstand een drinkmogelijkheid heeft.


Voor nog meer tips kun je contact met mij opnemen.


Handige linkjes

Platform voor verantwoord dierbezit (LICG): Bij het LICG vind je alles over het aanschaffen en verzorgen van huisdieren zoals huisvesting, opvoeding, gezondheid en heel veel praktische zaken.

Wil je je kat meer uitdaging bieden? Neem dan eens een kijkje op deze website Hersenwerk voor katten

Wil je meer weten over allerlei aspecten van kattenvoer of ben je geïnteresseerd in een andere manier van voeren, kijk dan eens rond op de website van Arrianne.

VerzekerJeHuisdier is een onafhankelijke website die dierverzekeringen vergelijkt. Wil je dus meer weten welke verzekeringen er voor je huisdier zijn dan kun je hier een kijkje nemen.

Organimal is een webshop die zich richt op het welzijn van katten en honden. Dit op basis van een holistische benadering inclusief 100% natuurlijke supplementen. Je kunt er terecht voor natuurlijke alternatieven voor bepaalde producten van de dierenarts vooral op het gebied van voeding/suppletie.

Ben je toevallig op mijn website terecht gekomen, maar zit ik niet bij je in de buurt dan kun je misschien terecht bij:


Gedragstherapeut en trimster Ada van der Molen, regio Arnhem

Heb je kattenvragen en woon je in de buurt van Geldrop en omgeving dan kun je terecht bij Gedrachtstherapeut Coby Malogrino, .


Voerpuzzels

Verrijking van de leefomgeving van de kat kan op verschillende manieren en één daarvan is om dit te doen door middel van een voerpuzzel. Door te puzzelen of op zoek te moeten gaan naar hun brokjes wordt voor deels voorzien in hun jachtbehoefte en dit gaat mogelijke verveling tegen.


Er is van te voren niet 100% te bepalen hoe een kat met een voerpuzzel omgaat. De een houdt er van om te ‘hengelen’ de volgende houdt ervan om juist ergens aan te trekken en weer een ander houdt van een draaiende beweging.


Als de kat dit nooit eerder gedaan heeft is het soms ook eerst even wennen en kunnen ze wel wat hulp gebruiken door het ze een aantal keren voor te doen. Als er in het begin dan ook nog iets extra lekkers in gedaan wordt in plaats van hun gewone brokjes dan krijgen ze het snel genoeg door.

De aller gemakkelijkste voerpuzzel is om hun hoeveelheid brokjes verspreid door het hele huis te “verstoppen” Een paar brokjes op een randje of een richeltje of achter een doosje in een hoekje geeft ze al een extra bezigheid.

Een andere gemakkelijke manier om je kat lekker te laten lopen en “jagen” is door één voor één een brokje weg te gooien, zoals mooi te zien is in een slow-motion filmpje met de kat Moksi van de fam. Van den Bol.

Er zijn heel wat voerpuzzels kant en klaar te koop, maar ben je creatief dan kun je zelf aan de slag met wc-rollen en doosjes en zijn de mogelijkheden legio. Voerpuzzelen hoeft dus helemaal niet duur te zijn. Op internet zijn heel veel voorbeelden en ideeën te vinden.

Het voordeel van kunststoffen voerpuzzels is dat ze in de vaatwasmachine kunnen en zo regelmatig schoongemaakt kunnen worden in plaats van opnieuw maken. Kunststoffen voerpuzzels waar ik goede ervaringen mee heb, zijn:

Voor de beginnende puzzelaar:

Cat Activity Snack Box

Karlie Flamingo NORTHMATE ® Catch

Cat Activity Fun Board

Edupet Cat Center

Cat Activity Fantasy Board.

Voor de slimme kat of de gevorderde puzzelaar:

Pipolino Anti-Stress home trainer

Cat Activity Playground

Cat Design Senses Voer Labyrint

Cat Activity Brain Mover

Cat Activity Turn Around

Een enkele voerpuzzel is ook geschikt voor natvoer, maar de meeste zijn het best te gebruiken met droogvoer.